Ik schreef hier al eerder over grote broer die de boel thuis al eens durft domineren. Het kind dat snugger is maar niet echt staat te springen voor schoolwerk, laat staan voor spellingsoefeningen of Frans god betert.

We vonden de voorbije jaren onze weg met ons kind. We leerden zien dat hij gevoelig is voor dingen die niet volgens het vooraf opgestelde plan verlopen. Zijn energie raakte gekanaliseerd in een pakketje hobby’s van scouts, tot atletiek en circus en terug. Voor huiswerk moesten nog geregeld wring- en duwtechnieken worden toegepast, maar kom. Het kon er wel mee door. Bij mildheid alleen lukte het niet. Hoe hard ik ook probeerde en ik verloor onderweg al eens mijn geduld.

Ons oudste kind zag wel licht aan de einder en wij zagen dankbaarheid gloren.

Gekooide leeuw

Wij redden ons  ondertussen best in ons kot. Maar ons oudste kind. Die loopt rond als een gekooide leeuw.

Weg vaste speelafspraak met neefje lief, weg woensdagse middag bij oma en opa, weg atletiektraining en occasionele friet op vrijdagavond. Weg circus. Weg scouts.

Weg magneetvissen en metalen schalen uit de vaart mee naar huis slepen, weg ‘Mooimakers’-tochten, weg kippeneten halen bij Linda …

Wat schiet over: spelen met kleine broer – die hem als een schaduw volgt – en met de zussen. Gelimiteerd YouTube-gebruik. Sorry, Enzo Knol. Een hond om ruzie over te maken. Een vader die de deur uit moet om te werken en een moeder die les geeft in het middelbaar en haar grote kadeetjes ook met de nodige zorg moet omringen en die tijdens livesessies, bij feedbackmomenten en als ze lessen aan het voorbereiden is rust en kalmte nodig heeft.

Voor het grootste kind schiet ook het schoolwerk over. Waauw. Het kind verzet zich ertegen als een drieste peuter tegen zijn aërosolmaskertje, gooit zich om het minste briesend in de zetel om vervolgens het grootste deel van dat werk toch te doen. De moeder zucht dan eens tevreden, maar raakt er toch een beetje door murw geslagen.

De moeder en haar emmer

De moeder stuurt bij. Verliest onderweg haar geduld, maar vindt het terug. Elke keer opnieuw. Al zou ze wel eens een koffie willen gaan drinken met zichzelf of met een lieve vriendin. De moeder laat haar idee varen van iedereen die blij en vrolijk aan de keukentafel samen huiswerk maakt. Ze stuurt grote en kleine zus tijdens het huiswerkmoment  naar boven met hun boeken na een korte check of alles min of meer duidelijk is. Ze vraagt hen – al dan niet met woorden – om begrip. Voor haar, voor broer, voor de wereld, voor de situatie … Ze zet kleine broer met een koptelefoon op aan zijn Bingeltaakjes en laat het nabriesende oudste kind nog even in eigen sop gaar koken aan de keukentafel. Met een schoolboek voor zijn neus en een balpen in zijn hand.

Het kind gedraagt zich ondertussen naar godvrucht en vermogen. De moeder komt ondertussen tot de conclusie dat ze het kleinste sprotje vergeten is. Die loopt maar wat rond te drentelen, maar beheerst gelukkig wel de kunst om niet altijd helemaal aanwezig te zijn.  Hier kind, een kleurplaat van Berlijn. Kleur maar , zo mooi mogelijk.

Kleine broer moet uiteraard ook meer doen dan enkel bingelen. Er zijn nog sommen, die hij maakt aan het tempo van een atleet op zijn retour met 2 verzwikte enkels. Hij dreint, zaagt en filibustert er op los. Grote broer kan ‘niet denken’ omdat kleine broer te luid denkt. En ademt en beweegt.

Grote broer begint opnieuw te briesen, iets minder luid, gelukkig. En al met minder overtuiging.

Ik zit de sessie uit. Ik zeg dat we niet stoppen voor we klaar zijn. Min of meer toch.

Dan is de soep klaar en stoppen we toch.

We eten en ik eis een uur voor mezelf. Met Ilja Leonard Pfeijffer en zijn ‘Grand hotel Europa’.

Er daalt een rust over het huis. Grote en kleine broer zitten samen in hun hoogste kamp, in het oude watervat in de brouwerij. Ik heb kleine broer een zakje chips met paprika beloofd als hij deze week een volledig boek uitleest. Minstens de helft luidop. Het werkt motiverend. Het boek gaat mee naar het kamp. Het eerste boek ooit.

Ik ga kijken in de brouwerij en bedenk dat het daar misschien wel een beetje hoog is en zo. Maar besluit dat vertrouwen en laten doen de beste optie is. Ik hoor de stofzuiger zoemen. De jongens maken hun kamp schoon.

Ik hoor een steen tegen een metalen schaal slaan. ‘Cool hé, mama, da’s onze beveiliging tegen inbrekers ’s nachts als we in ons kamp slapen.’

De zon breekt door. Het is wat het is. Dit zijn de dagen. Dicht op elkaars vel, soms veel te dicht, maar in de wetenschap dat er ooit gouden randjes omheen gedacht zullen worden. Om die dagen. Omdat wat telt om je nek en aan je benen hangt en jouw rust en kalmte nodig heeft. Nu. Om morgen verder te kunnen.

 

 

 

 

 

 

 

 

Plaats een reactie